Pagina's

donderdag 7 november 2013

Hoe wij dat hier doen: the sequel

Mijn man des huizes schrijft ook al eens een column en dit keer vond ik hem zo mooi dat ik hem hier graag wil delen. Enjoy!



Eén vraag keert altijd terug. Schoorvoetend, op fluistertoon en meestal gericht aan mijn vriendin. Of na een bezoekje nog snel aan de deur, zodat ik het niet kan horen. Alsof het om een heikel punt gaat. Gevoelige onderwerpen worden nu eenmaal best vermeden, zo lijkt het. “Hoe doen jullie dat eigenlijk?” Opluchting na het stellen van de vraag. Het hoge woord is eruit.

En toch. Het is een heel logische vraag. Een bekommernis die mij, ons, lang voor de zwangerschap heeft beziggehouden. Hoe gaan we dat praktisch allemaal aanpakken? Ik zette mijn concrete zorgen op papier, las boeken en tijdschriften, ging bij verschillende mensen te rade. Praten en nog eens praten, niet bang om reële angsten te benoemen. Zelfs nu we meer dan ooit de praktijk aan de lijve ondervinden, gaan we nog steeds op zoek naar oplossingen.
Nochtans is het antwoord op de vraag heel simpel: met eenvoudige dingen en engelengeduld. Neem nu het verschonen van een luier: aan de verzorgingstafel staat een krukje dat me toelaat op een veilige manier alles te doen wat moet, alle potjes en kleertjes netjes binnen handbereik. Want laat er geen misverstand over bestaan: in alles wat ik zelf doe, staat veiligheid voorop. Op geen enkele manier mag onze dochter in gevaar worden gebracht, alleen maar omdat ik het zo nodig zelf wil doen.

Zo hebben we lang zitten tobben over het instoppen en uit bed halen van ons dochtertje. De traplift zou natuurlijk de trap al kunnen overbruggen, maar hoe zou ik haar van de ene ruimte naar de andere kunnen brengen? Natuurlijk hebben we wel een handige draagzak, maar voor een korte afstand is zoiets wel wat te omslachtig. Daarom zijn we blijven nadenken, want het feit dat ik ons kindje niet naar bed kon brengen voelde als een grote beperking aan. Praktisch zou dat immers betekenen dat ik nooit eens een avond – laat staan een volledige dag – de zorg op mij zou kunnen nemen. Ook hier lag de oplossing om de hoek te loeren: een doodeenvoudige curverbox op wieltjes, netjes voorzien van een zacht kussen. 
Als ons dochtertje moe wordt, til ik haar in de box terwijl haar rug tegen het grote kussen aanleunt. Zelf heerst ze als een ware kapitein over haar mini-bootje. Haar twee armpjes legt ze prompt over de rand en kijkt ongeduldig wanneer de golven hoog genoeg zijn om te gaan varen. Meteen zet ik me achter de box en duw haar zachtjes verder. Soms geniet ze gewoon van het uitzicht, een andere keer gaat ze tijdens de reis op ontdekkingstocht en trekt ze de boekjes uit de kast of vindt ze de schoenen van mama plots heel interessant. Een andere keer geeft ze schuddend met haar lijfje het tempo aan: “papa, nu mag mijn schuitje gerust een versnelling hoger gaan”, zoiets.
De boot houdt vervolgens een tussenstop aan de traplift. Van op mijn liftstoel til ik haar uit de box. Haar blik verraadt dat ze dondersgoed weet wat er gaat volgen: papa en ik gaan naar boven. Ze schatert wanneer de lift zich traag in beweging zet en gezapig de bocht inzet. 
Een pretparkattractie op kindermaat. Een kort belletje: einde van de rit; aankomst: eerste verdieping. Daar staat opnieuw zo’n kleine boot te wachten. Van mijn schoot kruipt ze haar tweede schuit je in. Van ver ziet ze de eindbestemming: bed in zicht! Beer beer en Spin staan haar al toe te wuiven. Nu moet het snel gaan. Heel snel. De wieltjes onder de tweede curverbox schakelen een versnelling hoger. Papa duwt de boot vooruit, haar kamer in. Het anker wordt uitgehaald bij de stoel die bij het bed wacht. Ik zet me op de stoel en til mijn dochter uit haar box, recht haar bedje in. Een klein zuchtje. Ze heeft haar haven bereikt. Zo eenvoudig kan het leven zijn. Tot morgen, schat.

2 opmerkingen: